about
Ruigoord, in de kerk tijdens het Vurige Tongen festival, 2 juli 2000. Samen met contrabassist Victor Horstink, violist Theo Tomson en gitariste Marleen Sijpestijn.
Het gedicht is opgenomen in de verzamelbundel 'Vuile Wapens Schone Handen'.
lyrics
De tekst van dit gedicht is later bij de publicatie in de bundel VUILE WAPENS SCHONE HANDEN (2016) nog wat bijgeschaaft. Dit is het gedicht zoals uitgevoerd bij dit optreden.
HONGER
Een gezwollen monster ben ik, ik pomp
mijn pens propvol, ik ben één en al romp
Mijn rug is door zwaarwichtigheid krom
Mijn klauwen groot en hersenen lomp
Maar aanschouw mijn omvang, mijn trots
Hier zittend op mijn onneembare rots
Mijn buik bulkend over het balkon
stort ik neer mijn stront en kots
Dat mogen ze hebben, ik ben geen vrek
Ik ben vloeibaar vlees, drillerig spek
Nochtans heb ik immer stevige trek en
zit er in mijn vel nog rek
Vreten! Vreten! Ik vreet en ik voed
Mijn bloed wordt als slagroom zo zoet
Ik smak en schrans en laat boer na boer
met knoeiend en rottend gemoed
Ik gist en ik gist in mijn slijk,
ben dronken pudding, zowel slap als rijk,
een schrokkend lijf tegen elke prijs
Voorbestemd voor inhalig gelijk
want hier zit een onverzadigbaar kind
Het leeft en het smult en het verslindt,
wordt vetgemest wanneer het maar wil
Mijn lot is lekker, mij goedgezind
De hele dag aan tafel, aan de dis
zodat ik geen oogst of bloedbad mis
of offerandes of opgejaagd wild of
oceanen vol met vers te vangen vis
Ik wil meer, meer! Meer
stouwen zonder kauwen, ik verteer
Alles moet op en alles moet erin,
eer ik mijn gulzige kunsten verleer
Snoepen moeten ik, snoep, snoep, snoep
en met hormonen volgespoten troep
en genetisch op-op-opgefokt goed
Hoor mijn honger! Hoor mijn roep!
Hoor grommen mijn maag bij afgekloven been,
rammelen mijn darmen, leeg en gemeen
Niets, niets, niets is teveel
Mijn trog is hier en er is plaats voor één
Met uitzicht op de arena, ik werp een kluif
naar bedelaar, klaploper, gul uit mijn ruif
Hier is een restje, een beetje gruis,
een homp, een strohalm, een beurse druif
Hier is een rib om aan te knabbelen
Hier is een graat om aan te sabbelen
Hier heb je iets om over te kibbelen
en hier is iets om voor op te krabbelen
Tot slot een toetje, een verdiende fooi
die ik nonchalant over mijn schouder gooi
Ze vechten erom in hun nest van hooi
Vergeten dat ik toezie en dat is pas mooi!
credits
license