1. |
Cave Canem
04:22
|
|||
CAVE CANEM (this one is in two languages, performed here is the English one, Dutch text below)
Who would want a dog like me?
My body smells like putrefied meat
I show my bloodstained teeth as I grin
I drool when I’m watching you eat
Ulcers on my back are bursting
and while I scratch my jagged ears,
flees jump on your precious sofa
I’m the worst of all your fears
Give me a name and a place by the fire
where I can shake the dirt from my coat
You’ll feed me, I’ll shit on your carpet
You’ll kick me, I’ll jump at your throat
Give me a crust of moulded bread
and I will keep coming back for more
But if you throw me stones instead
I still won’t stay away from your door
A dangerous disease is waiting on your porch
A crippled stray dog barking all night
I’ll embarrass you, excuse me for living
Just kill me if you can’t stand the sight
Put me in a cage and get it over with
It’s the only solution, you know it’s true
But you can’t do it ‘cause you’re so sophisticated
So I’ll languish in your garden and spoil your view
CAVE CANEM
Wie wil er nu een hond als ik?
M'n ballen stinken naar rottend vlees
Je ziet m'n bebloede tanden als ik grijns
Ik kwijl als ik zie hoe je feest
Zweren op m'n rug barsten open
en wanneer ik m'n gekartelde oren krab
springen vlooien op je dierbare sofa
Van allen ben ik je ergste angst
Geef me een naam en een plek bij de haard
waar ik 't vuil uit m'n vettige vacht schudden zal
Je geeft me te eten en ik schijt op je tapijt
Je trapt me en ik bijt naar je hals
Geef me een korst beschimmeld brood
dan kom ik terug en ik zeur
Maar als je me dan maar stenen toewerpt
blijf ik toch nog niet weg van je deur
Een gevaarlijke ziekte wacht op je veranda
Een kreupele zwerfhond die de hele nacht blaft
Ik hinder je, sorry dat ik besta
Kan je het niet aanzien dan maak je me toch af
Stop me in 'n kooi, maak er maar 'n einde aan
't Is de enige manier, je weet hoe het ligt, maar
je kunt 't niet, je bent veel te beschaafd, dus
kwijn ik eeuwig weg in je tuin en bederf je zicht
|
||||
2. |
Zonder Paspoort
01:37
|
|||
ZONDER PASPOORT
Daar waar ik aan wal kom
zal mijn vlucht landen
Zal ik me aan de kademuur
ketenen met deze handen
die geroeid hebben om ver
te komen zonder paspoort
Weggeworpen tussen
de kaken van een haai
Om een route te vinden naar
welk oord dan ook behalve
dat wat me stoorde in een
demonische droom waarin ik
bezeten werd door de greep
van doelloze hoop waaraan ik
ontglipte toen ik de sloep
die nu aan m’n voeten water maakt
om onontkoombaar onder te gaan
ontdekte, me vastklampend
zwoegend ben doorgegaan tot
deze haven die ik thans nader,
waar ik spoedig zwaaiend
op mijn plaats zal staan als
een vuurtoren voor de vloot die
komen zal en ik kondig aan
Na mij nog velen die oversteken
en op hen zal ik wachten
|
||||
3. |
Honger
05:53
|
|||
De tekst van dit gedicht is later bij de publicatie in de bundel VUILE WAPENS SCHONE HANDEN (2016) nog wat bijgeschaaft. Dit is het gedicht zoals uitgevoerd bij dit optreden.
HONGER
Een gezwollen monster ben ik, ik pomp
mijn pens propvol, ik ben één en al romp
Mijn rug is door zwaarwichtigheid krom
Mijn klauwen groot en hersenen lomp
Maar aanschouw mijn omvang, mijn trots
Hier zittend op mijn onneembare rots
Mijn buik bulkend over het balkon
stort ik neer mijn stront en kots
Dat mogen ze hebben, ik ben geen vrek
Ik ben vloeibaar vlees, drillerig spek
Nochtans heb ik immer stevige trek en
zit er in mijn vel nog rek
Vreten! Vreten! Ik vreet en ik voed
Mijn bloed wordt als slagroom zo zoet
Ik smak en schrans en laat boer na boer
met knoeiend en rottend gemoed
Ik gist en ik gist in mijn slijk,
ben dronken pudding, zowel slap als rijk,
een schrokkend lijf tegen elke prijs
Voorbestemd voor inhalig gelijk
want hier zit een onverzadigbaar kind
Het leeft en het smult en het verslindt,
wordt vetgemest wanneer het maar wil
Mijn lot is lekker, mij goedgezind
De hele dag aan tafel, aan de dis
zodat ik geen oogst of bloedbad mis
of offerandes of opgejaagd wild of
oceanen vol met vers te vangen vis
Ik wil meer, meer! Meer
stouwen zonder kauwen, ik verteer
Alles moet op en alles moet erin,
eer ik mijn gulzige kunsten verleer
Snoepen moeten ik, snoep, snoep, snoep
en met hormonen volgespoten troep
en genetisch op-op-opgefokt goed
Hoor mijn honger! Hoor mijn roep!
Hoor grommen mijn maag bij afgekloven been,
rammelen mijn darmen, leeg en gemeen
Niets, niets, niets is teveel
Mijn trog is hier en er is plaats voor één
Met uitzicht op de arena, ik werp een kluif
naar bedelaar, klaploper, gul uit mijn ruif
Hier is een restje, een beetje gruis,
een homp, een strohalm, een beurse druif
Hier is een rib om aan te knabbelen
Hier is een graat om aan te sabbelen
Hier heb je iets om over te kibbelen
en hier is iets om voor op te krabbelen
Tot slot een toetje, een verdiende fooi
die ik nonchalant over mijn schouder gooi
Ze vechten erom in hun nest van hooi
Vergeten dat ik toezie en dat is pas mooi!
|
||||
4. |
Naar Buiten
05:57
|
|||
NAAR BUITEN
Wij wandelen een vierkante
waanvoorstelling
Stap voor stap zetten wij
maar we zijn het zat ze te tellen
zoals we de dagen tellen
Elke stap is ongeveer een meter en
een meter teveel op deze luchtplaats
En dus lopen wij
turend naar de hemel
om even geen ramen
met tralies te hoeven zien
Een uurtje niet
Ofwel zestig minuten
Ofwel zesendertighonderd
seconden niet
Waar gaan we vandaag naartoe?
vraagt mijn luchtmaatje
Lekker naar Amsterdam
Over de grachten banjeren
En waar beginnen we dan?
vraagt zij
Ik moet snel beslissen als we
de stad nog willen doorkruisen vandaag
Onder het Rijksmuseum -
besluit zij voor mij
- waar een eenzame
saxofonist de blues speelt
We gaan twee keer linksaf
in het echt
Daar zit nog geen minuut tussen
in het echt
Maar we zijn
op het Museumplein
en we gaan
naar het Vondelpark
en auto's razen langs en we
genieten van benzinedampen
want we zijn buiten
Niet gewoon buiten
Maar buiten
deze ommuurde luchtplaats
waar we onder toeziend oog
van camera's en prikkeldraad en bewakers
tegen de richting in gaan
We gaan naar rechts
in onze droomwandeling
dus gaan we naar rechts in het echt!
Een tegenligger vraagt
Wat zijn jullie aan het doen?
We lachen geheimzinnig
We zijn even ontsnapt
Voor een uurtje
We lopen langs het Van Gogh Museum
en langs het conservatorium en ik
vertel mijn luchtmaatje over de rellen hier
toen die tram in de fik ging
En we lopen vele malen de hoek om later
dorstig het Vondelpark in
Wat zullen we doen?
Een ijsje in het gras?
Een biertje bij het Filmmuseum
of water uit een happertje
en alleen maar verder lopen?
Voor we kunnen beslissen
valt de Vondelbrug
met veel gekletter boven op ons hoofd
Einde lucht!
Dat was het voor vandaag
We worden weer opgeborgen
tussen ijzer en beton
Tot morgen maar weer
Dan mag jij het zeggen
Waar we heen gaan
Als het maar weg van hier is
|
||||
5. |
Eens Te Meer
04:11
|
|||
EENS TE MEER
Eens te meer worden de slachtoffers herdacht
van de oude barbarij
Eens te meer de tranen geplengd
Eens te meer de offers gebracht
Eens te meer worden sprekers aangebracht
van de nieuwe barbarij
Eens te meer de blik verengd
Eens te meer de pijn verzacht
Maar wat zal het nieuwe brengen
dat niet terug kijkt in de nacht?
Waar in het duister ligt verscholen
Al wat op verlichting wacht
Al de daden van de heersers
weggestopt in bloemenpracht
Onder de aarde in de holen
Alsof de dood het leven uitlacht
Eens te meer worden kransen gedragen
door de vernieuwde heerschappij
Eens te meer de vrede verbleekt
Eens te meer geen echte vragen
Eens te meer klinkt het onbehagen
over verouderde heerschappij
Eens te meer dat de stilte breekt
Eens te meer door wie het wagen
Want er zullen zijn die zeggen
dat uit droom moeten ontwaken
Alle ogen nu gesloten
Alle stijf gehouden kaken
Al de woorden van de heersers
die alweer de dienst uitmaken
zijn immer nog dezelfde geboden
en dienen al dezelfde zaken
Eens te meer ja, eens te meer
Eens te meer is het boter en smeer
Eens te meer ja, eens te meer
Eens te meer de kont en de veer
|
||||
6. |
||||
AAN DE ANDERE KANT VAN DE DEUR
Aan de andere kant van de deur
zijn er voetstappen
Aan de andere kant van
een andere deur
is geschreeuw
Kan ik niet verstaan
Aan de andere kant van de deur
zit iets voor het luik
Een lap stof
Vanaf deze kant van de deur
kan ik niet zien
wat die voetstappen van plan zijn
Aan de andere kant van
de andere deur
zit een andere vrouw
Ken ik niet
Aan de andere kant van de deur
hoort ook zij
de voetstappen naderen
Er volgt een conversatie
als die van
tussen een olifant
en een sprinkhaan
Walst door de
met deuren omringde ruimte
Aan de andere kant
van al die deuren
luisteren wij
Aan de andere kant van de deur
naast mij
en daarnaast
Weet ik
Ook daar ingesnoerde adem
We verstaan niet
maar weten wel
Aan de andere kant
van die andere deur
zal ze worden weggesleurd
zodat wij
kunnen gaan slapen
Alsof dat nog lukken zou
|
||||
7. |
Vlagverbranding
03:47
|
|||
VLAGVERBRANDING
Bezit ik dit land
of ben ik haar bezit?
Ik heb haar vlag verbrand
Rood in vlammen
Wit in vlammen
Blauw in vlammen
Ik neem afstand
van dit land
Ik verwerp
die gedachte
meer recht te hebben
dan een ander
op dit land
Ik ben er maar geworpen
tussen modder en zand
in dit oranje land
En de nationalisten
verwelkomden mij
Weer
Een van de hunnen
Nee, zeg ik allen
in de taal mij geleerd
Maar mijn tong
is een ander
dan die van Het Volk
Hollandse Bloedworst
Nee, zeg ik allen
Nog niet gehoord?
Tel mij niet mee
bij het
deur dicht
Bij het vegen van stoep en straat
Nu, of dit land vergaat
door het branden
van haar driekleur?
Rood in vlammen
Wit in vlammen
Blauw in vlammen
Het doet mij niets
Maar het zal niet vergaan
Da's slechts vrees van hen
die vaandels aanbidden
als het leven en
denken te sterven met het vuur
Ware het zo simpel
hun hoogmoed te doden
Dan was ik snel klaar
Rood in vlammen
Wit in vlammen
Blauw in vlammen
Was het maar waar!
|
||||
8. |
Vlinder Was Hier
03:08
|
|||
VLINDER WAS HIER
Waar, vlinder, kom je vandaan?
Uit de voegen buiten
tussen de stenen
Alsof ze weggeslagen
kunnen worden
Alsof ze niet bestaan
Vlinder, waarom hier gegaan?
Met de geur van de wind
tussen de spijlen
Alsof ze weggebogen
kunnen worden
Zo eenvoudig te weerstaan
Kom je, vlinder, voor mij nu hier?
Om de niet te houden traan
vanuit gesloten ogen
Alsof die afgelikt
kan worden door jou
van mij gekooid dier
Vlinder, leef je wat ik niet verdien?
Met vleugels avondrood
die niets hier hinderen
Alsof je me optilt
en me wegdraagt
Zo de horizon laat zien
Ga, vlinder, niet weg asjeblieft
Laat me proeven je voorjaar
Laat me boeten
op die streling
Even niet de geseling
die mijn moed doorklieft
Vlinder, laat me geloven
Als je morgen me verlaat
Dat ik je weerzie
wanneer die deur opengaat
Dat ik een pop ben
onder een blad verstopt
Ik kom vanzelf boven
|
||||
9. |
Vandaag Kan Het Gebeuren
02:17
|
|||
VANDAAG KAN HET GEBEUREN
Als elke dag je kunt verwachten
Bonzen op de deur
Roepen in de gang
Trappen tegen de deur
Van angst het schril gezang
Elke dag met die gedachte
Opstaan met de geur
van schimmel aan 't behang
Slapen met het gezeur
van angst het schril gezang
Als elke dag je doet verwachten
De handen die gaan komen
Breken met de vrede
De wanden van je dromen
Je wist het al zo lang
Elke dag weer niet bij machte
Je woorden te doen stromen
Je wortels te doen proeven
van water helder lachen
Je zit daar te verlammen
Als elke dag je zit te luisteren
naar stappen op de trap
Smoezen in de straat
't Piepen van scharnieren
En of stemmen ook weer gaan
Elke dag weer in het duister
te voelen al de klap
Te weten niet hoe lang
voor remmen komen gieren
en er wagens blijven staan
Als elke dag je laatste buiten,
laatste liefde, laatste grap,
je in de boeien slaat
Je nietiger dan mieren
laat staren naar de maan
Elke dag die af kan sluiten
zo, en steeds meer slap
Je gaat niet meer je gang
Je kent niet meer je spieren
Dat je rennen kan en gaan
Dan wil je dat je buren
opstaan uit hun bidden
tot hun god, voor vaderland
Zich niet meer laten huren
om aan de kant te blijven staan
Dan wil je dat je buren
het trapgat gaan versperren
Dat ze vechten met de hand
aan je zijde, dat ze vuren
of met de vuist op tafel slaan
Maar elke dag kun je verwachten
Het staren voor de deur
Het turen uit het raam
Kijk, dat zijn nu je buren
die alleen maar durven gluren
Elke dag met die gedachte
Zonder smaak en zonder kleur
Tot er wagens blijven staan
Ze je uit je woning sleuren
Vandaag kan het gebeuren
|
||||
10. |
||||
DE TIJD, HET VUUR EN DE WET
De tijd gaat lijdzaam voorbij
als deuren achter je zijn gesloten
De tijd gaat vragend voorbij
als ogen om je heen zijn gesloten
De tijd gaat onbesproken voorbij
als monden om je heen zijn gesloten
Blijft ondeelbaar onvulbaar de tijd
De rangen om je heen steeds gesloten
Wat leven heette gaat aan je voorbij
als in 't gangpad de stappen versterven
Wat leefde kruipt weg uit je lijf
als daarbuiten de stappen verwijderen
Overleven zuigt moed mettertijd
uit een mens die bereid was te vechten
Dan alleen nog is dat vuur de getuige
van een leven in voltooid verleden tijd
Wie heeft dan de dood gehanteerd
als wapen tegen machteloosheid?
Wie heeft dan gesmoord en onteerd
de adem die zich niet kon bevrijden?
Niet de mens, die de cel als lijkkist ervoer,
geen bevel, geen muur nog verdroeg
De dood werd gestuurd door minister en wet,
De staat was het, die hen de dood in joeg!
Naar aanleiding van de dood van elf gevangenen in grensgevangenis Schiphol. Vermoord door het beleid van de toenmalige ministers Donner en Verdonk
|
||||
11. |
Tot Onze Schaamte
03:40
|
|||
TOT ONZE SCHAAMTE
Het is tot onze schaamte
dat we moeten toegeven dat wij machteloos staan
Het is tot onze schaamte dat we moeten erkennen dat
wij die rechtvaardigheid eisen geen recht kunnen doen
Het is tot onze schaamte dat
we geen hoop kunnen geven
En het is tot onze schaamte
dat onze stem niet goed genoeg is te verstaan
Het is tot onze schaamte dat
we moeten toegeven dat wij de staat niet kunnen verslaan
Het is tot onze schaamte dat
we moeten erkennen dat onze kracht uit niets meer bestaat dan solidariteit
Het is tot onze schaamte dat we
paspoorten houden van dit land
En het is tot onze schaamte
dat de fabels van ambtenaren alweer in vette koppen staan
Het is tot onze schaamte dat we hooguit
de handen ineen kunnen slaan
Het is tot onze schaamte dat wij niet
tot enig misdaad in staat zijn, zoals chantage, bedreiging, het afnemen van vrijheid
En tot onze schaamte willen wij nog niet
de wapenen opnemen
Dus het is tot onze schaamte dat wij
moordenaars hun gang moeten laten gaan
Het is tot onze schaamte
dat wij voor de poorten van gevangenissen staan
Het is tot onze schaamte
dat wij moeten zeggen dat wij niet werkelijk kunnen opkomen voor een greintje menselijkheid
Het is tot onze schaamte dat zelfs
door protesteren niets wordt bereikt
En tot ons schaamte hebben wij
alles en kunnen niets bieden, enkel schaamte, maar geen waan!
|
||||
12. |
Kaas
01:23
|
|||
KAAS
De schaal met blokjes kaas gaat rond
Daarin geprikt het rood wit blauw
De vlag van 't nieuwe vaderland
wordt uitgedeeld, kritiek verstomt
Want welkom zijn de nieuwe mensen
als mosterd, want de kaas is flauw
Het volkslied in 't geheugen gebrand
braaf gezongen – nog wat te wensen?
De camera's, zij registreren de zucht
die na jaren wachten wordt geslaakt
We krijgen te horen, hoe opgelucht
de vreemden zijn die tot ons zijn gemaakt
Dat wij voor hen niet meer beducht
hoeven zijn – maar de grens wordt bewaakt!
|
||||
13. |
Vlagverbranding
04:08
|
|||
VLAGVERBRANDING
Bezit ik dit land
of ben ik haar bezit?
Ik heb haar vlag verbrand
Rood in vlammen
Wit in vlammen
Blauw in vlammen
Ik neem afstand
van dit land
Ik verwerp
die gedachte
meer recht te hebben
dan een ander
op dit land
Ik ben er maar geworpen
tussen modder en zand
in dit oranje land
en de nationalisten
verwelkomden mij
Weer 'één van de hunnen'!
'Nee,' zeg ik allen
In de taal mij geleerd
Maar mijn tong
is een ander
dan die van Het Volk
Hollandse bloedworst
'Nee,' zeg ik allen
Nog niet gehoord?
Tel mij niet mee
bij het DEUR DICHT
bij het vegen
van stoep en straat
Nu, of dit land vergaat
door het branden
van haar driekleur?
Rood in vlammen
Wit in vlammen
Blauw in vlammen
Het doet mij niets
Maar 't zal niet vergaan
Da's slechts angst van hen
die vaandels aanbidden
als het leven, en denken
te sterven met het vuur
Ware het zo simpel
hun egoïsme te doden
Dan was ik snel klaar
Rood in vlammen
Wit in vlammen
Blauw in vlammen
Was het maar waar!
|
Joke Kaviaar Amsterdam, Netherlands
Joke Kaviaar, poet, performer, singer-songwriter, based in The Netherlands.
Recordings on
this bandcamp site are mostly old(er) stuff.
Currently part of Your Local Pirates (also on Bandcamp) with Peter Storm.
New Joke Kaviaar recordings can be found on Youtube.
... more
Streaming and Download help
If you like Joke Kaviaar, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp